Veelgestelde vragen over collectieve verwarming

Mijn appartement wordt verwarmd met een centrale bron, zoals een centrale stookolie- of gasinstallatie. Welke partijen zijn daarbij betrokken?

  • Een beheerder van de centrale bron: meestal gaat dit om
    • de vereniging van mede-eigenaars (VME);
    • de syndicus;
    • de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM).
  • Zij beheren de centrale installatie. Ze zorgen voor het onderhoud en herstelling en voor de levering van de stookolie, het aardgas of de elektriciteit (voor een centrale warmtepomp ). Ze hebben een contract met de elektriciteits-, aardgasleverancier of de leverancier van de stookolie. Zij staan ook in voor de plaatsing of de vervanging van de individuele meters of de warmtekostenverdelers op de radiatoren.
  • De bewoners: Als bewoner van het appartement hebt u zelf geen contract met een leverancier van aardgas of stookolie. U kan dus zelf geen leverancier kiezen of van leverancier wisselen. De VME, de syndicus of de SHM beslissen daarover, vaak wel na overleg met de bewoners.
  • Een metingbedrijf Meestal is er ook een metingbedrijf. Dat is een commerciële partij. Zij staan in voor de plaatsing van de meters, de registratie van de meterstanden, het onderhoud van de meters, het opstellen van de kostenverdeling en het maken van de individuele afrekeningen. Dat gebeurt op vraag van de VME, syndicus of SHM.

Mijn appartement wordt verwarmd met een centrale bron, zoals een centrale stookolie-of gasinstallatie. Welke rechten heb ik?

U hebt  verschillende rechten op vlak van:  

  • Facturen en informatie

De beheerder van de centrale bron (VME, syndicus, SHM) moet u op verschillende manieren informeren.  Hij moet u ook duidelijke en heldere facturen bezorgen (meer gedetailleerde informatie vindt u hier). En u een jaarlijkse afrekeningsfactuur sturen. 

Met een digitale warmtemeter of digitale warmtekostenverdelers moet u gratis maandelijks betrouwbare en nauwkeurige informatie krijgen over de facturering of uw verbruik. Bijvoorbeeld via een online platform.  

U hebt ook recht op duidelijke en begrijpbare facturen, herinneringsbrieven en ingebrekestellingen. Verder kan u uitleg vragen over uw factuur, inlichtingen vragen en klachten indienen. Ook moet u informatie krijgen over de klachtenprocedure, ombudsdiensten of alternatieve procedures om geschillen te beslechten. 

  • Meters

In elke woning of appartement moet het warmteverbruik gemeten te worden (net zoals bij gas). Elke woning of appartement moet daarvoor 1 meter hebben (net zoals 1 meter voor elektriciteit of aardgas).

Moet er een nieuwe warmtemeter geplaatst worden? Dan moet die op afstand uitleesbaar zijn. Dat is een ‘digitale warmtemeter’. Zo moet u zelf geen meterstanden meer doorgeven.

Hebt u nog een oude meter (dus nog niet digitaal)? Dan moet die ten laatste tegen 2027 vervangen worden door nieuwe.  

Soms hebben bestaande gebouwen warmtekostenverdelers op de radiatoren. Een warmtekostenverdeler registreert hoeveel warmte een radiator bij benadering afgeeft.

Dat kan niet bij nieuwbouw en mag enkel als: 

  1. het warme water voor verwarming wordt aan- of afgevoerd op verschillende punten in het appartement; 
  2. er door plaatsgebrek aanpassingen aan de verwarmingsleidingen noodzakelijk zijn om de individuele verbruiksmeter te plaatsen; 
  3. de eenheden op 31 december 2016 al een individuele warmtekostenverdelers hebben.  

Let op:  

  • Wordt een gebouw grondig energetisch gerenoveerd? Dan moeten de warmtekostenverdelers vervangen worden door een individuele, digitale warmtemeter.  
  • Wordt de bestaande warmtekostenverdelers of centrale of individuele verbruiksmeters vervangen? Dan moet er een individuele, digitale warmtemeter worden geplaatst.  

Mijn appartement wordt verwarmd met een centrale bron, zoals een centrale stookolie- of gasinstallatie. Op de radiatoren zitten warmtekostenverdelers. Mag dat? 

Warmtekostenverdelers mogen niet gebruikt worden bij nieuwbouw. Ze mogen momenteel wel nog gebruikt worden bij bestaande gebouwen als:

  1. het warme water voor verwarming wordt aan- of afgevoerd op verschillende punten in het appartement; 
  2. er door plaatsgebrek aanpassingen aan de verwarmingsleidingen noodzakelijk zijn om de individuele verbruiksmeter te plaatsen; 
  3. de eenheden op 31 december 2016 al een individuele warmtekostenverdelers hadden.  

Wordt een gebouw grondig energetisch gerenoveerd? Of worden alle warmtekostenverdelers vervangen? Dan moet er moet overgeschakeld worden naar een individuele warmtemeter. Die meters moeten dan ook op afstand uitleesbaar zijn.

Welke soort meters zijn er?

Er zijn een aantal verschillende soorten meters.

  • Een warmtemeter: meet de hoeveelheid warmte die geleverd werd. De meter laat het resultaat zien in kWh of een andere eenheid voor energie (zie verder onder eenheden voor warmte).
  • Soms wordt een warmtemeter ook een ‘meter van het integrale type’ genoemd. De naam verwijst naar de werking van de meter. De meter houdt rekening met het verschil tussen de temperatuur van het geleverde en teruggevoerde water en het afgenomen debiet op ieder moment. De meter telt de combinatie daarvan op.
  • Een watermeter: meet de hoeveelheid water die is geleverd. Een watermeter kan gebruikt worden om de kosten voor de gemeenschappelijke opwekking van warm water te verdelen.
    Die meter kan enkel de hoeveelheid warm water meten, niet de temperatuur. De meetwaarde is dus geen energiehoeveelheid. De meetwaarde kan wel gebruikt worden om een inschatting te maken van de hoeveelheid energie in het warme water.
  • Een warmtekostenverdeler: meet per radiator hoe lang de radiator warmer was dan de omgeving. En maakt vaak ook een inschatting van het temperatuurverschil.
    Hoe hoger het temperatuurverschil, hoe meer warmte de radiator kan leveren en hoe sneller de meetwaarde op de warmtekostenverdeler toeneemt. Bij de verwerking van de meetwaardes moet bovendien rekening gehouden worden met de grootte van de radiatoren. Een radiator met een groot oppervlak kan immers meer warmte afgeven dan een kleine radiator, bij hetzelfde temperatuurverschil.
  • Een uurmeter: registreert hoe lang de centrale thermostaat een signaal “verwarmen” heeft uitgestuurd. Dat geeft geen goede benadering van de effectief afgeleverde warmte. Daarom is dit soort meter niet toegelaten om de facturen of kostenverdeling op te baseren.
    • Extra uitleg: Is de kamertemperatuur lager dan de insteltemperatuur op de thermostaat? Dan geeft de thermostaat een signaal aan de verwarmingsketel om bij te verwarmen.

Vaak wordt de term “calorimeter” of “caloriemeter” gebruikt. Soms verwijst de term naar een warmtemeter, soms naar warmtekostenverdelers. We raden daarom aan om die termen te verkiezen boven calori(e)meter. Zo is er geen verwarring mogelijk.

Hier kan u eveneens meer informatie terugvinden: https://www.vreg.be/nl/soorten-meters-voor-verwarming-koeling-en-warm-water.

Controle en toezicht op de goede werking is een federale bevoegdheid. Binnen de FOD Economie houdt de Dienst Metrologie toezicht op de naleving van de regels bij het gebruik van meters. Hebt u vragen rond de kwaliteit en correcte werking van de meters? Dan kunt u bij hen terecht.

Welke soorten meters zijn toegelaten?

Warmtemeters (integrale type) zijn verplicht:

  • in nieuwe appartementsgebouwen;
  • in bestaande appartementsgebouwen die een ingrijpende energetische renovatie ondergaan;
  • als bestaande warmtekostenverdelers of centrale of individuele verbruiksmeters voor het warmte-, koelings- of warmwaterverbruik worden vervangen.

Ieder appartement moet een eigen warmtemeter hebben om te meten hoeveel warmte er is verbruikt. Iedere nieuwe meter moet op afstand uitleesbaar zijn (‘digitale warmtemeter’). Alle individuele verbruiksmeters moeten ten laatste op 1 januari 2027 op afstand uitleesbaar zijn. Dat kan door de bestaande meters aan te passen, of door ze te vervangen.

Watermeters zijn toegelaten voor het meten van het warmwaterverbruik, wanneer het warme water centraal wordt opgewekt.

Soms hebben bestaande gebouwen warmtekostenverdelers op de radiatoren. Een warmtekostenverdeler is een apparaatje dat registreert hoeveel warmte een radiator bij benadering afgeeft. Dat kan niet bij nieuwbouw en mag enkel als:  

  1. het warme water voor verwarming wordt aan- of afgevoerd op verschillende punten in het appartement;  
  2. er door plaatsgebrek aanpassingen aan de verwarmingsleidingen noodzakelijk zijn om de individuele verbruiksmeter te plaatsen;  
  3. de eenheden op 31 december 2016 al een individuele warmtekostenverdelers hebben.  

Wordt een gebouw grondig energetisch gerenoveerd? Of worden alle warmtekostenverdelers vervangen? Dan moet er overgeschakeld worden naar een individuele warmtemeter.

In welke eenheid wordt warmte gemeten?

De hoeveelheid geleverde warmte kan worden uitgedrukt in

een veelvoud van de eenheid Wh (watt-uur), meestal kWh of MWh (kilowatt-uur of megawatt-uur);

een veelvoud van de eenheid J (joule), meestal MJ of GJ (megajoule of gigajoule). 1 kWh is dezelfde hoeveelheid warmte als 3,6 MJ (megajoule);

om warm water te meten, wordt soms een volume gebruikt: liter of m3.

Warmtekostenverdelers laten enkel een getal zien zonder eenheid. Op zich meten warmtekostenverdelers geen warmte. Maar ze vergelijken hoeveel ieder appartement in vergelijking met de andere appartementen heeft verbruikt.

Mijn appartement wordt verwarmd met een centrale bron, zoals een centrale stookolie- of gasinstallatie. Ik wil graag meer inzicht in mijn verbruik en factuur. Wie kan ik contacteren?

De beheerder van de centrale bron (de vereniging van mede-eigenaars, de syndicus of de sociale huisvestingsmaatschappij) moet daarvoor zorgen. Vaak doen zij een beroep op een metingbedrijf. De contactgegevens van het metingbedrijf staan normaal gezien op de factuur die u ontvangt.

Vindt u dat u niet de informatie of facturen krijgt waar u recht op hebt? Dan kan u een klacht indienen bij de vereniging van mede-eigenaars, de syndicus of de sociale huisvestingsmaatschappij. Lossen zijn uw klacht niet of onvoldoende op? Dan kan u terecht bij de federale ombudsdienst of bij de VREG.

Hoe wordt berekend hoeveel ik voor de gemeenschappelijke verwarming moet betalen?

Er zijn 3 soorten kosten voor het beheer van de centrale bron:

  1. Energiekosten: de energiefactuur die de beheerder van de centrale bron ontvangt
  2. Onderhoudskosten
  3. Overige kosten (hulpverbruik van de ketel, elektriciteit voor de circulatiepompen,…)

De onderhoudskosten en overige kosten (2 en 3) worden volledig als een gemeenschappelijke kost beschouwd.

De VME of SHM heeft een verdeelsleutel om de gemeenschappelijke kosten te verdelen over de bewoners. Vaak staat dat in verhouding tot de aandelen in de mede-eigendom. Zijn er geen concrete afspraken over zijn gemaakt? Dan betaalt iedere wooneenheid evenveel in de kosten.

De energiekosten (1) bestaan uit twee stukken. De verdeling in die twee stukken gebeurt volgens een vast percentage.

  • Gemeenschappelijke kosten:
    • verdeeld volgens de afgesproken verdeelsleutel. Die verdeling is dezelfde als de verdeling van de kosten voor onderhoud en overige kosten.
    • Dit deel moet minimaal 10% en maximaal 60% bedragen van de energiekosten.
  • Het verbruik per wooneenheid:
    • kan geschat worden via de warmtekostenverdelers. Of gemeten via warmtemeters. Iemand die veel verbruikt, zal een grotere bijdrage moeten leveren dan iemand die weinig verbruikt in zijn appartement.
    • Dit deel kan maximaal 90% en minimaal 40% bedragen van de energiekosten.

Waarom moet ik bijdragen aan verwarmingskosten voor verbruik dat niet door mijn warmtemeter is gemeten?

In een appartementsgebouw met een gemeenschappelijke verwarming wordt de warmte opgewekt in een centraal opgestelde verwarmingsinstallatie. Die warmte wordt via leidingen verdeeld naar de verschillende appartementen.

Een deel van de warmte kan gebruikt worden voor de verwarming van gemeenschappelijke delen van het gebouw. Daarnaast gaat er tijdens de verdeling van de warmte een deel verloren. Die warmte wordt niet gemeten door de individuele verbruiksmeters, maar dat wil niet zeggen dat dat geen nuttige warmte is. Die warmteverliezen komen grotendeels in de appartementen en/of gemeenschappelijke delen terecht.

Daarom is er een deel van de energiekosten dat behandeld wordt als een gemeenschappelijke kost. Iedereen draagt eraan bij volgens een vaste verdeelsleutel.

Welke informatie moet ik krijgen op mijn factuur? Hoe kan ik controleren of mijn factuur correct is en of de betrokken partijen (VME, syndicus, SHM, metingbedrijf) de factuur correct opmaken?

Hebt u een factuur die gebaseerd is op het werkelijk verbruik of de meetgegevens van de warmtekostenverdelers? Dan moet die factuur de huidige actuele prijzen en het werkelijke verbruik van energie of de totale warmtekosten en meetgegevens van de warmtekostenverdelers vermelden. De factuur moet ook informatie vermelden over:

  • de gebruikte brandstofmix ;
  • de bijhorende jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen;
  • een beschrijving van de verschillende belastingen, heffingen en tarieven;
  • vergelijkingen van het huidige energieverbruik van de eindgebruikers van thermische energie met hun verbruik over dezelfde periode van het voorgaande jaar, in grafiekvorm met een klimaatcorrectie voor verwarming en koeling;
  • en vergelijkingen met benchmarkprofielen van dezelfde verbruikerscategorie.

De betrokken partijen (VME, syndicus, SHM, metingbedrijf) moeten die regels rond facturatie en kostenverdeling respecteren.

Bij wie kan ik terecht met klachten over collectieve verwarming?

Hebt u klachten over uw factuur? Of over de kostenverdeling? Dan kan u uitleg vragen over uw factuur. In of bij uw factuur vindt u informatie vinden over klachtenprocedures, ombudsdiensten of alternatieve geschillenbeslechtingsmechanismen.

U spreekt best eerst de beheerder van de centrale bron aan: de VME, de syndicus, de SHM of het metingbedrijf bij klachten. Lossen zij uw klacht niet of onvoldoende op? Dan kan u terecht bij de federale ombudsdienst? Levert ook dat niet het gewenste resultaat op? Dan kan u ook een klacht indienen bij de VREG via klachten@vreg.be