Hoeveel energie een gezin precies verbruikt, zal afhangen van veel verschillende factoren:
In 2017 verbruikte een gemiddeld Vlaams gezin 3.305 kWh elektriciteit. Maar dit gemiddelde geeft een vertekend beeld, omdat het cijfer fors naar omlaag wordt gehaald door gezinnen met zonnepanelen. Die gezinnen nemen immers veel minder elektriciteit af van het net, omdat ze ook gebruik maken van de stroom die hun zonnepanelen opwekken.
In 2017 verbruikte een gemiddeld Vlaams gezin op jaarbasis 13.851 kWh aardgas. Maar in dit gemiddelde zitten zowel de huishoudens die met aardgas verwarmen als de huishoudens die niét met aardgas verwarmen, en dus een verbruik hebben dat al snel tien keer lager ligt.
Er bestaan veel verschillende manieren om te besparen op energie en om uw energieverbruik terug te dringen. Dat gaat van heel kleine ingrepen en kleine veranderingen in uw dagelijkse gewoonten (de verwarming één graadje lager draaien en een warme trui aantrekken, uw televisietoestel helemaal uitschakelen,…) tot het vervangen van enkel glas of het plaatsen van zonnepanelen of een warmtepomp .
Met de energiewinstcalculator die het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap ( VEKA ) ontwikkelde, kan u precies nagaan welke besparing elke maatregel oplevert. De website van het VEKA geeft ook een overzicht van de premies en subsidies waar u mogelijk recht op heeft om het kostenplaatje van energiebesparende ingrepen te drukken.
Sinds de wetswijziging van 17 augustus 2019 van Artikel 7.4.1 in het Energiedecreet is de VREG bevoegd om informatie beschikbaar te stellen over de milieugevolgen van de elektriciteitsproductie met verschillende energiebronnen, ten minste voor wat betreft CO2-emissies en radioactief afval.
De VREG koos ervoor om de emissiewaarden die jaarlijks door AIB (= Association of Issuing Bodies) berekend worden in het kader van de Belgische Residuele Mix berekening als standaard te gebruiken. AIB is een internationale organisatie die een gestandaardiseerd systeem heeft opgezet voor het toekennen van garanties van oorsprong, waar de VREG ook lid van is. Voor geleverde elektriciteit waarvan de herkomst niet gestaafd werd met garanties van oorsprong wordt de herkomst bepaald door de Residuele Mix van AIB. In deze Residuele Mix berekening geeft AIB ook weer wat de gevolgen zijn voor het milieu van het gebruik van deze niet-hernieuwbare energiebronnen.
Voor 2019 waren deze emissiewaarden het volgende:
Energiebron |
CO2-emissies (gCO2/kWh) |
Radioactief afval (mg/kWh) |
Hernieuwbare energiebronnen | 0 | 0 |
Nucleaire centrales | 0 | 1,41 |
Fossiele brandstoffen | 187,67 | 0 |
Voorbeeld:
Als uw elektriciteitscontract voor 5% uit hernieuwbare elektriciteitsbronnen, voor 40% uit fossiele brandstoffen en voor 55% uit nucleaire energie afkomstig is en uw verbruik in 2019 3.100 kWh was, dan zag uw uitstoot er in 2019 als volgt uit:
CO2-emissie:
Radioactief afval: