Tariefmethodologie 2017-2020

De tariefmethodologie geeft een antwoord op de vraag: hoe worden de netbeheerders vergoed voor hun diensten en aangezet tot efficiënte bedrijfsvoering?

Wijziging tariefmethodologie 2017-2020 (21 juni 2019)

We hebben op 21 juni 2019 de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2017-2020 aangepast (BESL-2019-24).

Vanaf 1 juli worden de eerste digitale elektriciteitsmeters in dienst genomen. We beslisten dat de prosumenten met een digitale meter tot einde 2020 hun nettarieven blijven betalen zoals bij de terugdraaiende teller, dus op basis van de netto energiehoeveelheid en aangevuld met het prosumententarief . Elke prosument kan evenwel via Fluvius aan de netbeheerder de opdracht geven om hem voortaan de nettarieven aan te rekenen op basis van de bruto-afname geregistreerd in zijn digitale meter, waarbij het prosumententarief vervalt.

Na een voorafgaand overleg met de distributienetbeheerders en een openbare raadpleging (CONS-2018-07) pasten we op 21 juni 2019 de methodologie aan waarmee we de distributienettarieven voor de periode 2017-2020 vaststellen (BESL-2019-24).

Tijdens de openbare raadpleging hebben we in totaal 30 afwijkende zienswijzen verkregen van meerdere belanghebbenden. De evaluatie van deze zienswijzen is opgenomen in een consultatieverslag (RAPP-2019-02).

We merken op dat het Energiedecreet ook al een aanrekening van nettarieven op basis van nettoafname bij prosumenten oplegt en dit voor een nog langere termijn. We zullen hiertegen een beroep indienen bij het Grondwettelijk Hof.

Proces-Verbaal overleg met distributienetbeheerders 17 oktober 2018   
BESL-2019-24         
RAPP-2019-02
Tariefmethodologie 2017-2020 en Bijlagen 1 t.e.m. 12

Wijziging tariefmethodologie 2017-2020 (20 september 2018)

We hebben op 20 september 2018 de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2017-2020 aangepast (BESL-2018-73). We voegen concrete financiële besparingsstimulansen voor de distributienetbeheerders toe aan de tariefmethodologie en dit naar aanleiding van de fusie van hun werkmaatschappijen Eandis System Operator cvba en Infrax cvba op 1 juli 2018. De fusie gebeurde door overneming van Infrax cvba door Eandis System Operator cvba, waarbij deze laatste zijn naam wijzigde in Fluvius System Operator cvba.

Na een voorafgaand overleg met de distributienetbeheerders en een openbare raadpleging (CONS-2018-05) pasten we op 20 september 2018 de methodologie aan waarmee we de distributienettarieven voor de periode 2017-2020 vaststellen (BESL-2016-09).

Tijdens de openbare raadpleging hebben we in totaal 16 afwijkende zienswijzen verkregen van vijf belanghebbenden. De evaluatie van deze zienswijzen is opgenomen in een consultatieverslag (RAPP-2018-10).

Proces-Verbaal overleg met distributienetbeheerders 10 juli 2018   
BESL-2018-73         
RAPP-2018-10
Tariefmethodologie 2017-2020 en Bijlagen 1 t.e.m. 12

Wijziging tariefmethodologie 2017-2020 (6 juli 2018)

We hebben op 6 juli 2018 de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2017-2020 aangepast (BESL-2018-23). We hebben criteria toegevoegd ter controle van de redelijkheid van de door de distributienetbeheerders gerapporteerde kosten. We voegen tevens de mogelijkheid van een financiële prikkel toe in het geval de werkmaatschappijen fuseren. Tevens vragen we de distributienetbeheerders om te rapporteren over de kosten m.b.t. het transmissienet en hoe ze deze beheersen. Voor de opdeling van rekeningen bij splitsingen van netbeheerders binnen Vlaanderen worden meer specifieke verdeelsleutels vastgelegd.

Na voorafgaand overleg met de distributienetbeheerders en een openbare raadpleging (CONS-2018-02) pasten we op 6 juli 2018 de methodologie aan waarmee we de distributienettarieven voor de periode 2017-2020 vaststellen (BESL-2016-09).

Tijdens de openbare raadpleging hebben we in totaal 26 afwijkende zienswijzen verkregen van vier belanghebbenden. De evaluatie van deze zienswijzen is opgenomen in een consultatieverslag (RAPP-2018-06).

Proces-Verbaal overleg met distributienetbeheerders 18 april 2018   
Proces-Verbaal overleg met distributienetbeheerders 25 april 2018
BESL-2018-23         
RAPP-2018-06
Tariefmethodologie 2017-2020 en Bijlagen 1 t.e.m. 12

Tariefmethodologie 2017-2020

Wij legden op 24 augustus 2016 de tariefmethodologie voor de Vlaamse elektriciteits- en aardgasdistributienetbeheerders voor de periode 2017-2020 vast.

De tariefmethodologie omvat de regels, de rapporteringen en de berekeningen die de netbeheerders moeten volgen om te komen tot de tarieven voor de elektriciteits- en aardgasdistributie. De energieleveranciers nemen die nettarieven over in hun facturatie aan de gezinnen en aan de bedrijven die zijn aangesloten op het distributienet.

De distributienetbeheerders werken binnen hun netgebied zonder concurrentie. Daarom worden hun inkomsten gereguleerd onder toezicht van een regulator. Wij moeten de tariefmethodologie opstellen volgens de richtlijnen in het Energiedecreet.

Na overleg met de distributienetbeheerders hadden we een openbare raadpleging tussen 4 mei en 28 juni 2016 over een voorstel van tariefmethodologie  (CONS-2016-04).

De belangrijkste verschillen t.o.v. de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2015-2016 zijn:

  • We stellen een reguleringsperiode van 4 jaar voor, van 2017 tot en met 2020. Een langere periode zorgt voor meer regulatoire stabiliteit voor de distributienetbeheerders en bevordert hun planning en financiering.
  • We introduceren een prikkel m.b.t. de kwaliteit van de dienstverlening door de netbeheerders. We zullen de volgende jaren de prestaties van de distributienetbeheerders opvolgen op het vlak van bv. stroomonderbrekingen en laattijdige aansluitingen. Hiervoor willen we later een bonus of malus toekennen. Deze aandacht voor de kwaliteit van de dienstverlening brengt de tariefmethode meer in evenwicht. Voordien lag de focus hoofdzakelijk op de kostenefficiëntie.
  • Voor de hoogte van de kapitaalkostenvergoeding hebben we o.a. advies gevraagd aan bureau The Brattle Group.
    • We voorzien een gewogen gemiddelde kapitaalkost van de netbeheerder vóór vennootschapsbelasting van 5,0%. Deze is lager dan de 6,1% in de tariefmethodologie voor 2015-2016, een gevolg van de gedaalde marktrentes. We moeten nog wel rekening houden met de bestaande leningen voor de financiering van de netwerkactiva, die vaak voor lange termijn worden aangegaan.
    • We houden nu rekening met twee zaken die een invloed hebben op de hoogte van de door de netbeheerder te betalen vennootschapsbelasting. Concreet gaat dit over
      • de fiscaal niet-aftrekbare afschrijvingen op herwaarderingsmeerwaarden van netactiva
      • de door de netbeheerders toegepaste notionele interestaftrek.
    • We voorzien voor het in de tariefmethodologie toegelaten nettobedrijfskapitaal een hogere vergoeding, nl. gelijk aan de gewogen gemiddelde kapitaalkost. We doen dit op aanraden van Brattle.
    • We verlagen de vergoeding voor het door de netbeheerders aangetrokken kapitaal voor hun voorraden steuncertificaten en voor nieuwe regulatoire tekorten zodat het beter overeenstemt met het financieel risico. De tariefmethodologie garandeert immers de volledige recuperatie van dit kapitaal uit de distriebutienettarieven.
  • We voeren een voorschotregeling in waarmee we onder bepaalde voorwaarden de hoogte van het inkomen van de distributienetbeheerder voor zijn endogene kosten kunnen bijsturen. Over endogene kosten kan de netbeheerder zelf beslissen, zoals kosten m.b.t. investeringen of operationele zaken. Voortaan kunnen we in onvoorziene of bijzondere omstandigheden een voorschot geven aan de distributienetbeheerder, echter zonder dat we daarbij de efficiëntieprikkel voor de netbeheerder opheffen.
  • We stemmen het toegelaten budget van de distributienetbeheerder beter af op de prijsinflatie. 
  • We geven aan hoe de tarifaire tekorten en overschotten op relatief korte termijn zullen worden afgebouwd door verwerking in de volgende distributienettarieven. De regels bieden transparantie en zijn bovendien ingesteld om op termijn onnodige opeenvolgende tariefschokken te vermijden.
  • We voorzien de mogelijkheid om de periodieke distributienettarieven vast te stellen op basis van de laatst gekende afzetvolumes wanneer die volumes ondertussen sterk zouden gewijzigd zijn. We denken bijvoorbeeld aan de plaatsing van veel zonnepanelen waardoor er minder afname is en minder elektriciteit wordt vervoerd over het distributienet of aan een sterk verminderd aardgasverbruik door toegenomen isolatie. Zo vermijden we de opbouw van tekorten (of overschotten) als gevolg van grote volumewijzigingen.
  • We nemen in de tariefmethodologie de verdeelsleutels op voor de doorrekening van de exogene kosten over de klantengroepen in het tariefvoorstel van de netbeheerder. Exogene kosten zijn kosten waarop de netbeheerder geen invloed heeft, zoals bepaalde kosten voor openbaredienstverplichtingen , waaronder zijn kosten voor de steuncertificaten. Dit zorgt voor een transparante en uniforme aanpak over de distributienetbeheerders.
  • De tariefmethodologie geeft nu aan hoe de maximumtarieven op de tariefbladen zullen evolueren. Zowel bij de periodieke elektriciteitsdistributie– als transmissienettarieven werden en worden maximumtarieven toegepast. Ook deze vernieuwing in de tariefmethodologie zorgt voor transparantie en uniformiteit in de tariefvoorstellen van de distributienetbeheerders.

We ontvingen op onze consultatie ruim 128 reacties van 14 belanghebbenden, waarbij 13 zienswijzen aanleiding gaven tot een aanpassing van de methode. De belangrijkste aanpassingen zijn:

  • We beslissen om het ‘bijkomend tarief systeembeheer voor injectie van elektriciteit’ te schrappen. We stellen immers vast dat het tarief in de praktijk niet wordt toegepast.
  • We verduidelijken in de tariefstructuur dat de kosten van de distributienetbeheerder m.b.t. de openbaredienstverplichtingen worden verrekend via de tarieven voor afname en niet via de tarieven voor injectie.  
  • We voorzien afschrijvingen binnen de tariefmethodologie pro rata temporis en niet enkel op jaarbasis.

We houden in de tariefmethodologie rekening met het resultaat van de parallelle consultatie die we hielden over de invoering van de verplichting aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders om oplaadpunten voor elektrische voertuigen te voorzien (CONS-2016-03). Deze consultatie gaf aanleiding tot wijzigingen in de tariefmethodologie 2015-2016 die nu ook in de tariefmethodologie 2017-2020 werden verwerkt.

We deden zelf ook nog volgende bijkomende aanpassingen na de consultatie:

  • Ter verduidelijking hebben we de wijze en volgorde van afbouw van de regulatoire saldi toegevoegd en de rapportering hieraan aangepast.
  • We hebben de twee exogene kosten van de netbeheerders vermeld die we als enige erkennen als belastingen: retributies aan steden en gemeenten (retributies zijn een soort heffing opgelegd door gemeenten aan netbeheerders voor de werken op het grondgebied van de gemeenten) en de heffing volgens het Decreet houdende het Grootschalig Referentiebestand (meer informatie op o.a. https://www.agiv.be/producten/grb/meer-over/algemeen/visie-wettelijk-kader/grb-decreet)
  • De bepaling over de geplande overname door Iveg van een gedeelte van de waarde van de aardgasdistributienetten van Kampenhout en Steenokkerzeel van Sibelgas werd geherformuleerd. We zullen de effecten van de overname behandelen overeenkomstig de werkwijze in de tariefmethodologie.

Voorbereidingen tariefmethodologie 2017-2020

Op deze pagina vindt u informatie over de voorbereidingen i.v.m. de tariefmethodologie 2017.

Klik hier voor de laatste update.

Datum

Informatie

8/1/16

Opvolgvergadering met de distributienetbeheerders m.b.t. de invoering van een kwaliteitsprikkel, in het kader van CONS-2015-02   Presentatie

13/1/16

Eerste overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders vindt plaats op maandag 8 februari 2016 9.30-12.00 u in de lokalen van de VREG. De agenda is nog niet beschikbaar.

1/2/16

Agenda van overlegvergadering van 8 februari 2016.

10/2/16

Verslag van de vergadering van 8 januari 2016 met de distributienetbeheerders betreffende de kwaliteitsprikkel. Publicatie van het consultatieverslag is voorzien in de week van 15/2/16.

17/2/16

Resultaten van de consultatie CONS-2015-02 m.b.t. de invoering van een kwaliteitsprikkel in de tariefmethodologie.

25/2/16

Tweede overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders vindt plaats op vrijdag 4 maart 2016 9.30-11.00 u in de lokalen van de VREG.

25/2/16

Proces-verbaal van de eerste overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders van 8 februari 2016.

25/2/16

Agenda van tweede overlegvergadering van 4 maart 2016.

 4/3/16

Derde overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders vindt plaats op dinsdag 22 maart 2016 14.00-16.00u in de lokalen van de VREG.

14/3/16

Agenda en bijhorende documentatie van de overlegvergadering van 22 maart 2016.

21/3/16

Proces-verbaal van de tweede overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders van 4 maart 2016.

22/3/16

De derde overlegvergadering die 22/3 was voorzien, wordt afgelast t.g.v. de terreurdreiging. De VREG contacteert de distributienetbeheerders om een nieuwe datum vast te leggen.

23/3/16

Derde overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders vindt plaats op donderdag 24 maart 2016 9.00-10.30u in de lokalen van de VREG.

8/4/16

Vertaling van het rapport van Brattlem.b.t. de kapitaalkostenvergoeding.

11/4/16

Proces-verbaal van de derde overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders van 24 maart 2016.

21/4/16

De vierde overlegvergadering is voorzien op 2 mei 2016 vanaf 9.00u in de lokalen van de VREG. De door de partijen gewenste agendapunten en documentatie zal de VREG hier later vandaag publiceren. 

21/4/16

Ontwerp van agenda van de vierde overlegvergadering.

24/4/16

Agenda van de vierde overlegvergadering (ongewijzigd t.o.v. ontwerp van agenda van 21/4).

4/5/16

De VREG publiceert het ontwerp van tariefmethodologie 2017-20XX voor publieke consultatie (CONS-2016-04). De consultatie loopt t.e.m. 28 juni.

18/5/16

Proces-verbaal van de vierde overlegvergadering VREG-distributienetbeheerders van 2 mei 2016.

25/8/16

Publicatie van onze beslissing van 24 augustus 2016 met betrekking tot het vaststellen van de tariefmethodologie voor distributie elektriciteit en aardgas gedurende de reguleringsperiode 2017-2020.