Warmte, koeling en warm water

Een gebouw met meerdere gebruikers kan een gemeenschappelijke installatie voor verwarming, koeling of warm water hebben. In dat geval moet het individuele verbruik (warmte, koude en/of warm water) per eenheid gemeten worden. Er zijn verschillende soorten meters die het verbruik van verwarming, koeling of warm tapwater kunnen meten.

Voorbeeld:

Een appartementsgebouw of een gebouw met daarin bijvoorbeeld een winkel- en woonruimte. Om de kosten van de gemeenschappelijke installatie(s) en het energieverbruik ervan te verdelen moeten er bepaalde regels gevolgd worden.

Welke meter is nodig? 

In nieuwe gebouwen (gebouwd na 31 december 2016) moet er een warmtemeter in iedere eenheid geïnstalleerd zijn. Wordt het warme water centraal opgewekt? Dan mag er daarnaast met watermeters gewerkt worden. Warmtekostenverdelers mogen enkel gebruikt worden in oudere gebouwen waar ze al geïnstalleerd waren.

 

Warmtemeter

Een verwarmingskring is altijd gesloten:

  • De stookinstallatie warmt warm water op.
  • De installatie pompt het water naar de radiotoren.
  • De radiatoren geven warmte af.
  • Het water terug naar de stookinstallatie.
  • Daar begint de kringloop opnieuw.

Een warmtemeter meet:

  • het temperatuurverschil tussen het water dat aan één verbruiker wordt geleverd (aanvoer) en het water dat wordt teruggestuurd (retour);
  • hoeveel water door die eenheid circuleerde.

Die twee metingen worden omgezet in de hoeveelheid energie (warmte of koude) die werd afgenomen, in kWh.

Warmtekostenverdeler

Een warmtekostenverdeler meet hoeveel warmte een radiator ongeveer heeft afgegeven. Het toestel staat op de radiator gemonteerd. Het is geen exacte meting van de geleverde energie. Maar het helpt om te bepalen hoeveel iedere eenheid heeft verbruikt in verhouding tot alle eenheden samen.

Watermeter

Een watermeter meet in liter of in m3 hoeveel warm water werd afgenomen.