Meters voor verwarming, koeling en warm water

Een gebouw met meerdere gebruikers kan worden uitgerust met een gemeenschappelijke installatie die zorgt voor verwarming, koeling of warm water. In dat geval moet het individuele verbruik (warmte, koude en/of warm water) per eenheid gemeten worden.

Voorbeelden van een gebouw zijn een appartementsgebouw of een gebouw met daarin bijvoorbeeld een winkel- en woonruimte.

Er zijn regels die gevolgd moeten worden bij het verdelen van de kosten voor die gemeenschappelijke installatie(s) en het energieverbruik ervan.

Warmtemeter

Een verwarmingskring is altijd gesloten: water wordt opgewarmd door de stookinstallatie, het wordt naar de radiatoren gepompt, geeft daar zijn warmte af en keert terug naar de stookinstallatie. Daar begint de cyclus opnieuw.

Een warmtemeter meet het temperatuurverschil tussen het water dat aan één verbruiker wordt geleverd (aanvoer) en het water dat wordt teruggestuurd (retour). Daarnaast meet de warmtemeter ook hoeveel water door deze eenheid circuleerde. Deze twee metingen worden omgezet in de hoeveelheid energie (warmte of koude) die werd afgenomen, in kWh.

Warmtekostenverdeler

Een warmtekostenverdeler is een toestel dat op de radiator gemonteerd wordt en bij benadering meet hoeveel warmte die radiator heeft afgegeven. Dit is geen exacte meting van de geleverde energie, maar dient enkel om te bepalen hoeveel iedere eenheid heeft verbruikt in verhouding tot alle eenheden samen.

Watermeter

Een watermeter meet in liter of in m3 hoeveel warm water werd afgenomen.

Welke meter is nodig?

In nieuwe gebouwen (gebouwd na 31 december 2016) moet er een warmtemeter in iedere eenheid geïnstalleerd zijn. Als het warme water ook centraal wordt opgewekt, mag er daarnaast met watermeters gewerkt worden.

Warmtekostenverdelers mogen enkel gebruikt worden in oudere gebouwen waar ze al geïnstalleerd waren.