Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat de gevolgen van zijn arrest enkel gelden vanaf de dag van de publicatie van zijn arrest in het Belgisch Staatsblad (1 maart 2021). Met andere woorden enkel voor de toekomst en dus niet retroactief. De redenering hiervoor was dat een retroactieve werking van de gevolgen van het arrest “aanzienlijke administratieve problemen en financiële lasten van de vernietiging voor de afnemers, leveranciers en distributienetbeheerders” zou veroorzaken.
De VREG pleegde overleg met de gewestelijke en federale overheden, de marktpartijen en de andere regulatoren om de goede werking van de energiemarkt te bewaken. Om uitvoering te geven aan het arrest zullen de netbeheerders de meterstanden van de prosumenten met digitale meters op 1 maart 2021, de dag van de bekendmaking van het arrest, om 0u00 uitlezen, en overmaken aan de leveranciers. De meterstanden van meters zonder afstandsuitlezing zullen geschat worden op basis van de gangbare regels. Op basis van deze data zullen de leveranciers een tussentijdse berekening en eventueel een factuur opmaken om de periode van compensatie af te sluiten. Er worden geen saldi overgedragen naar de periode na publicatie van het arrest.
Concreet houdt dit in:
A. Voor prosumenten die nettarieven betaalden op basis van het prosumententarief :
B. Voor prosumenten die nettarieven betaalden op basis van de werkelijke afname: