Onder gezinnen en kmo’s verstaan we alle netgebruikers aangesloten op het laagspanningsnet.
We voeren de hervorming van de distributienettarieven door op 1 januari 2022.
Vandaag betalen enkel lokale producenten met een installatie > 10 kW een injectietarief. In tegenstelling tot prosumenten, kunnen zij hun injectie verkopen aan een energieleverancier.
Door de komst van de digitale meter , die de afgenomen en geïnjecteerde kWh apart registreert, zullen ook prosumenten vanaf 2021 de mogelijkheid hebben om hun injectie te vermarkten. Hun situatie verschilt op dit vlak daardoor niet langer van lokale producenten met een grotere installatie. In het licht daarvan voorzien we ook de invoering van een injectietarief bij lokale producenten met een installatie ≤ 10 kW.
De inwerkingtreding van dit injectietarief voor prosumenten hebben we evenwel voor onbepaalde tijd uitgesteld. (Minstens) tot het arrest van het Grondwettelijk Hof m.b.t. het vernietigingsberoep dat wij indienden tegen art. 31 van het decreet digitale meters, vallen prosumenten met een productie-installatie die minder dan 15 jaar geleden én ten laatste einde 2020 in dienst werd genomen namelijk onder de specifieke regeling van het Energiedecreet en kan aan hen geen injectietarief worden aangerekend. Daarom zou het injectietarief (minstens) tot dan enkel aan een bepaalde categorie van prosumenten aangerekend kunnen worden.
We zullen hierover op een later tijdstip opnieuw een beslissing nemen, rekening houdend met de uitkomst van het arrest van het Grondwettelijk Hof, maar ook met de resultaten van verder onderzoek naar de gepaste hoogte van het injectietarief voor prosumenten én de omzetting van nieuwe Europese regelgeving.
We kunnen op dit moment nog niet precies berekenen hoeveel distributienettarieven u in 2022 zal betalen.
Mogelijk zal de impact van de hervorming ook afhangen van het moment waarop u uw PV-panelen in dienst heeft genomen:
In ieder geval zal u nooit zowel het prosumententarief als het capaciteitstarief betalen.
Het capaciteitstarief is een afnametarief. Voor de aanrekening wordt énkel naar uw maandelijkse afnamepiek gekeken, niet naar uw injectiepiek. Er wordt voorlopig geen injectietarief aangerekend aan prosumenten; bij lokale producenten met een productie-installatie > 10 kW is dat wél het geval.
Ook onder de hervormde tariefstructuur vanaf 2022 zal een verhoogde zelfverbruik lonen voor de prosument :
Een prosument met een elektrische wagen bijvoorbeeld krijgt door het capaciteitstarief een stimulans om de batterij van zijn wagen zo gespreid mogelijk op te laden met netstroom. Door het tarief toegepast op zijn werkelijke afname krijgt hij hier bovenop een stimulans om, voor zover mogelijk, op te laden op een moment waarop zijn zonnepanelen produceren.
Zowel hun zelfverbruik als de mate waarin hiermee hun afnamepieken worden afgevlakt kunnen prosumenten positief beïnvloeden door hun gedrag aan te passen en, als zij daarvoor kiezen, maximaal optimaliseren door te investeren in automatische vraagsturing en/of een thuisbatterij.
In de komende periode gaan wij onze berekeningen verder verfijnen en u meer informatie geven over de impact van het capaciteitstarief op uw portemonnee. Naar aanloop van de invoering van het capaciteitstarief op 1 januari 2022 zullen wij, samen met de netbeheerders en energieleveranciers, de nodige informatiecampagnes doen om u wegwijs te maken in deze nieuwe situatie.
We kunnen op dit moment nog niet precies berekenen hoeveel distributienettarieven u in 2022 zal betalen.
Voor de meeste gezinnen zal de invoering van het capaciteitstarief geen drastische impact hebben op hun elektriciteitsfactuur. Volgens onze voorlopige simulaties zal ruim 60% van de gezinnen zijn distributienettarieven in 2022 zien dalen of met maximaal 10% zien toenemen ten opzichte van vandaag.
De impact op de elektriciteitsfactuur hangt af van de verhouding tussen de jaarlijkse afname (kWh) en het piekvermogen (kW). Een gezin met een groot, continu verbruik zonder uitzonderlijke pieken zal zijn distributienettarieven typisch zien dalen. Een gezin met een laag verbruik én hoge pieken zal na de invoering van het capaciteitstarief zijn distributienettarieven eerder zien toenemen.
Vooral netgebruikers met een heel beperkt of occasioneel verbruik zullen vanaf 2022 hun netfactuur zien stijgen. Dit komt omdat élke netgebruiker vanaf 2022 een minimale bijdrage moet betalen in de netkosten . Zelfs als het piekvermogen in bepaalde maanden lager ligt dan 2,5 kW, wordt het bedrag aangerekend dat overeenkomt met deze ondergrens. Vaak betalen deze netgebruikers vandaag echter relatief weinig. Een procentuele sterke toename van hun distributienettarieven betekent daarom meestal geen enorm bedrag in euro’s.
Om te vermijden dat gezinnen voor verrassingen komen te staan, voorzien we een maximumplafond.
In de komende periode gaan wij onze berekeningen verder verfijnen en u meer informatie geven over de impact van het capaciteitstarief op uw portemonnee. Naar aanloop van de invoering van het capaciteitstarief op 1 januari 2022 zullen wij, samen met de netbeheerders en energieleveranciers, de nodige informatiecampagnes doen om u wegwijs te maken in deze nieuwe situatie.
De distributienettarieven voor gezinnen en kmo’s zijn vandaag kWh-gebaseerd. Ze worden aangerekend op basis van de hoeveelheid elektriciteit (kWh) die u van het net afneemt.
Hoe meer elektriciteit u van het net afneemt, hoe hoger het deel distributienettarieven op uw elektriciteitsfactuur.
De elektriciteitsfactuur bestaat uit verschillende onderdelen. De distributienettarieven zijn de tarieven die u betaalt om energie tot bij u thuis of tot bij uw onderneming of organisatie te krijgen.
Iedereen die aangesloten is op het distributienet voor elektriciteit betaalt distributienettarieven aan
Fluvius
. Die distributienettarieven dekken de kosten voor:
Ook rekent Fluvius via de distributienettarieven de transmissiekosten door aan zijn netgebruikers. Dit zijn de kosten die door de transmissienetbeheerder Elia aan Fluvius worden aangerekend.
De netkosten worden voor gezinnen en kleine bedrijven vanaf 2022 grotendeels op basis van capaciteit aangerekend. Dit is ook het geval voor een deel van de transmissiekosten.
De andere kosten opgenomen in de distributienettarieven, met name de kosten voor openbaredienstverplichtingen , de toeslagen en de overige transmissiekosten, blijft Fluvius aanrekenen zoals vandaag, op basis van de afgenomen kWh.
Voor een gemiddeld gezin maken de distributienettarieven vandaag ongeveer 45% uit van de totale elektriciteitsfactuur; voor een kmo aangesloten op laagspanning is dat ongeveer 57%. De netkosten en het deel transmissiekosten die vanaf 2022 grotendeels via een capaciteitstarief worden aangerekend omvatten voor een gemiddeld gezin ongeveer 21% van de huidige elektriciteitsfactuur; voor een kmo aangesloten op laagspanning is dat 28%.